Een nieuw schooljaar, maar niet voor iedereen
De vakantie zit er weer op, anderhalf miljoen leerlingen zijn weer aan de slag. De één met wat meer zin dan de ander, maar binnen no-time zit iedereen er weer helemaal in. Hoewel… niet iedereen. Honderden kinderen in Nederland gaan helemaal niet naar school. Anderen vallen na een slechte start alsnog uit. Niet omdat ze zo graag nog wat langer vakantie willen. Maar omdat scholen, jeugdzorg en gemeenten het niet eens worden over de vraag of ‘het’ zorg of onderwijs is. Omdat ouders het aanbod niet passend vinden. Omdat er problemen zijn met het leerlingvervoer. Of omdat er een wachtlijst is…
Terwijl de instellingen druk met elkaar bezig zijn om te bespreken onder welke regeling een kind valt of wie de rekening betaalt, zakt het kind weg in het moeras van thuiszitten. Passend onderwijs gaat niet werken zolang we er niet in slagen om beter samen te werken en de verantwoordelijkheid nemen om knopen door te hakken. Ik zeg dat niet alleen als voorzitter van de PO-Raad, maar ook vanuit mijn ervaring als wethouder Onderwijs, Jeugd en Volksgezondheid. Natuurlijk zijn er belemmeringen in de wet. En is er een geld- en personeelstekort. Maar toch ben ik hoopvol.
Op onze oproep om als inspiratieregio te fungeren in het programma van de Coalitie Onderwijs-Zorg-Jeugd kwamen vele reacties binnen van regio’s die dolgraag aan de slag willen met de adviezen in het rapport van René Peeters ‘Mét andere ogen!’. Binnenkort gaat de selectiecommissie aan de slag om uit al die inzendingen de tien regio’s te kiezen met de beste ideeën om onderwijs en zorg nauwer met elkaar te verbinden. Deze pioniers krijgen (onder begeleiding) de ruimte om te experimenteren in dit moeras vol krokodillen dat het landschap tussen onderwijs en zorg soms is. Door samen te werken en verantwoordelijkheid te nemen, door meer mogelijkheden om budgetten te combineren en door meer ruimte voor maatwerk. Zou het hen lukken om nu eens niet het beleid, maar het kind het uitgangspunt te laten zijn? Hoe mooi zou het zijn als ouders en kinderen amper meer merken met welke organisatie ze van doen hebben? Laat staan dat ze erop moeten wachten of hun verhaal voor de tiende keer moeten vertellen!
Ik wil dat kinderen niet losgelaten worden voordat ze een passende plek gevonden hebben.
Wat ik bijvoorbeeld heel inspirerend vind is het idee om mensen op te leiden tot inclusieve jeugdprofessional. Pabo en sph of hbo-v inéén. In Leiden bestaat zo’n opleiding al, en ook Groningen en Utrecht zijn dit aan het verkennen. Deze professionals van de toekomst kunnen het moeras droogleggen. En er zijn gelukkig nog veel meer ideeën om de juiste zorg de klas in te krijgen of het onderwijs binnen de zorg te verbeteren. Volgens mij hebben we daar de politiek niet altijd bij nodig.
Ook wanneer je niet betrokken bent bij het programma van de Coalitie OZJ, ben je aan zet. Want wanneer een kind uitvalt van school is dat per definitie een gedeelde zaak voor onderwijs én zorg. De school kan het niet alleen. Dus laten we met elkaar afspreken dat wanneer dit gebeurt, of beter – wanneer het dreígt te gebeuren dat een kind uitvalt – dat we dan niet op elkaar gaan zitten wachten, maar actie ondernemen. Dat we diezelfde dag nog de telefoon pakken en de keten proberen te sluiten. En de volgende dag weer. En zo nodig de volgende dag weer. Net zolang tot er een passende oplossing is. Ik wil dat kinderen niet losgelaten worden voordat ze een passende plek gevonden hebben. Nieuw schooljaar, nieuwe kansen. Voor iedereen. Doe je mee?